De insecten verdwijnen.
In rap tempo.
Er verschijnen alarmerende cijfers in de media die ons wijzen op dit zorgelijke feit.
Eerlijk gezegd verbaasd het me niets.
Het is de zoveelste uiting dat we nog steeds niet doorhebben hoe destructief wij als moderne mens zijn voor de natuur.
We zijn ons niet bewust hoe belangrijk de aanwezigheid van insecten is
Letterlijk van levensbelang!
Want de unieke eigen wereld van insecten, met mega aantallen van verschillende soorten, vormt de basis van dat wat voor ons een voedingsbodem is.
Gezonde groenten groeien op een vruchtbare bodem.
En een bodem kan alleen maar vruchtbaar zijn en blijven met een levendige wereld van insecten in alle vormen en maten.
Hoe diverser hoe beter.
De insecten mogen onze steun krijgen
Ieder insect heeft zo zijn eigen functie in het natuurlijke geheel.
Dat is zo mooi om te zien.
Gelukkig zijn er steeds meer mensen die zich dit realiseren.
Ondermeer via de groeiende aandacht wereldwijd voor permacultuur.
Dat is hoopvol.
Maar het is super belangrijk dat we de insecten gaan steunen.
En daarbij wil ik vandaag een bijzondere oproep doen voor een bijzondere doelgroep binnen de insectenpopulatie: de bijen.
Want zoals we allemaal leren in biologie: bijen zijn nodig voor de bestuiving van planten.
Als je de natuur een handje wil helpen, komt dan al snel de gedachte op: “hoe kan ik zorgen dat er meer bijen komen of dat ze goed kunnen overleven?”.
Een tijdje geleden kwam zo de gedachte bij ons op: “laten we ook imker worden en een aantal bijenkasten neerzetten. Want dat is goed voor de bijen.”
Ik moet je eerlijk zeggen, dat ik daar inmiddels wat genuanceerder naar kijk.
Want als je de écht de bijen wil helpen, kun je volgens mij veel beter iets anders doen….
Ik wil hier graag refereren aan een gesprek dat ik recentelijk had met een lieve vriendin, Chantal ter Huurne, die haar visie hierop deelde met me.
Chantal nam enkele jaren geleden de stap om op natuurlijke wijze te gaan imkeren. Dit is wat zij verwoordde:
In gesprek met Chantal over het helpen van de bij
Wist je dat er in Nederland 356 verschillende soorten bijen zijn?
De honingbij is één van de bekendste soorten. Maar dit is eigenlijk een heel bijzonder geval. Want juist deze bij komt niet in het wild voor.
Ze worden door mij als imker gehouden. En kunnen dus niet als “wilde bij” beschouwd worden.
In 1 kast kunnen ongeveer 70.000 honingbijen wonen, 1 grote familie.
En hoewel ik op een zo natuurlijk mogelijke manier imker, het blijft wat onnatuurlijks om een niet wilde bij in te zetten voor de bestuiving.
Daar hebben we de honingbij helemaal niet voor nodig, want de wilde bijen kunnen deze taak prima op zich nemen. Ik houd mijn honingbijen daarom ook wat uit eigen belang, ik vind het interessant hoe ze leven en ze geven mij honing.
De wilde bij
De wilde bij (de overige 355 soorten) wordt dus niet door mensen gehouden.
Ze leven in bescheiden families, vaak zelfs alleen.
Ze leven in holletjes in dode boomstammen, in insectenhotels, maar de meesten wonen in kleine holletjes in de grond.
Honingbijen zijn generalisten.
Bijna elke plant die nectar geeft is goed genoeg voor ze.
En de wilde bij?
Die is veel meer een specialist en vaak op zoek naar een inheemse, specifieke plant.
Wat gebeurt er nu als er weinig dracht (bloeiende inheemse bloemen en bomen) zijn in een omgeving, maar wel ontzettend veel honingbijen? Juist: de wilde bij krijgt het moeilijker om aan haar voeding te komen.
Hierdoor komt het dat sommige soorten wilde bijen met uitsterven bedreigd worden.
Zo’n 6 jaar geleden maakt ik me, net als vele anderen zorgen over ‘de bij’.
Dat zo belangrijke diertje dat er voor zorgt dat jij en ik eten op ons bord hebben.
Ze oogsten nectar en stuifmeel voor zichzelf bij elke bloem en laten van bloem tot bloem ook wat stuifmeel vallen zodat een bloem bevrucht wordt.
En toen werd ik imker.
Ik dacht dat dat de enige juiste weg was.
Twee bijenkasten zette ik in een natuur- en landbouwgebied.
Ik liet de kasten zoveel mogelijk met rust en oogstte niet meer honing dan ze kwijt kunnen.
Toen ik begon met imkeren was er echter op die plek wel een disbalans: er was een monocultuur (hier wordt op een grote oppervlakte slechts één soort gewas verbouwd) met te weinig dracht voor mijn volkjes en daarnaast voor de wilde bij.
Daarmee hielp ik dus ‘de bij’ niet, maar hielp ik mee aan het verder uitroeien van de wilde bij.
Help niet de ‘gewone bij’ maar juist de ‘wilde’
Ondertussen, zoveel jaar verder, zou ik niet direct de keuze gemaakt hebben om imker te worden om ‘de bij’ te helpen.
Maar ik zou beginnen met het herstellen van het leefklimaat van de wilde bij, een harmonie creëren.
Een kast of twee in een buurt met ruim voldoende dracht is een prima balans tussen de wilde bij en de honingbij en daarmee zie ik mijn honingbijen als een soort ‘huisdieren’.
Maar wanneer mijn buurman ook denkt dat hij ‘de bij’ moet redden en ook een paar kasten plaatst en die buurman ook weer, dan komt er een disbalans tussen de hoeveelheid honingbijen en de toch al bedreigde wilde bij.
Ondertussen zijn er heel wat hobby- en professionele imkers in Nederland. En om ‘de bij’ te gaan helpen moeten we, denk ik, ons nu vooral richten op ‘de wilde bij’.
Wat kunnen we doen voor de wilde bij?
- Plaats een insectenhotel in je tuin,
- Leg een boomstam in je tuin en als je wilt kun je er gaatjes in boren zodat er al holletjes ontstaan.
- Zorg dat je zand in je tuin beschikbaar hebt, waar ze kunnen graven,
- Haal de tegels eruit en plant hier inheemse bloemen, plant bloemenbollen voor in het voor- en najaar,
- Leg een kruidentuin aan,
- Zet een schaal met water met bijv. knikkers erin zodat de bijen kunnen drinken maar niet verdrinken,
- Maai je gras niet zo snel,
- Laat (on)kruiden bloeien,
- Maak je tuin niet te netjes,
- En last but not least: gebruik geen pesticide.
- De honingbij is een bijzonder interessant beestje.
Ik werk met plezier met ze en ondertussen heb ik ook zoveel dracht aangeplant dat ook de wilde bij voldoende eten in de omgeving van mijn kasten kan vinden.
Maar wij helpen de wilde bij niet door een honingvolk te nemen.
Wij kunnen de wilde bij redden door goed voor haar leefomgeving te zorgen!
Omdat ik de boodschap van Chantal een belangrijke vind, deel ik de woorden van haar graag hier.
Het is belangrijk dat we aandacht hebben voor de bijen.
Voor de insecten in het algemeen.
Maar laten we wel de juiste stappen zetten door te luisteren naar de tips, ervaringen en kennis van diegene die ons kunnen laten zien hoe we de diertjes het beste kunnen helpen.
Mijn focus dit jaar gaat dus in eerste instantie uit naar het helpen van de wilde bij en het verder creëren van een harmonieuze leefomgeving in het voedselbos bij ons.
Een plek waar van alles mag zoemen, fladderen, kruipen, zwemmen, lopen.
Een plek vol leven.
Meedoen met de Online Jaarcursus Natuurlijk Leven?
Een jaar lang natuurlijk leven in praktijk – met iedere week een nieuwe les:
- 50 lessen in totaal, het hele jaar rond
- 400 minuten aan videomateriaal
- 30 wilde kruiden/planten die ik behandel
- ruim 60 nieuwe recepten om zelf aan de slag te gaan
- en een grote diversiteit van thema’s om zelfvoorzienend te leven.
- online – dus wanneer het jou uitkomt en op jouw tempo
Nu met een super leuke korting!
Kijk hier voor meer informatie, wat anderen er van zeggen en om je aan te melden.
Wil je meer lezen over deze gratis cursus, kijk hier.