zaden

Alles over zaden & 5 tips om aan goed zaad te komen met beperkt budget

Wanneer het zaaiseizoen begint, zijn er veel mensen op zoek naar zaden om nieuwe planten te kunnen zaaien.

Dit leek me een mooi moment om iets te vertellen over de wereld van zaden.

Niet dat ik daar expert in ben hoor. Maar ik heb de afgelopen jaren wel veel in de praktijk gezien.

Ik vind het trouwens heel fijn om zaden van “wilde” planten te oogsten, zoals van deze Weegbree (deze zaden zijn heel voedzaam!):

zaden

Je zou denken dat het toch niet zo lastig hoeft te zijn

Want iedere plant geeft wel zaadjes, die worden verzameld en zo heb je zaden voor het volgend jaar.

Tja, vroeger ging dat zo.
Maar tijden zijn veranderd.

Even afgezien van het feit of eenjarigen (want daar worden de meeste zaden van gekocht) wel zo eenjarig zijn als we denken (lees ook mijn andere blog “Eenjarigen bestaan niet”) – geef ik je hieronder een korte uitleg waar je op moet letten als je zaden gaat kopen.

Zaadvast versus niet zaadvast

Zaadvaste rassen ontstaan door natuurlijk bestuiving of kruisbestuiving.

Je hebt het over OP of (open-pollinated) zaden als de planten buiten staan en ze op natuurlijke wijze bestoven zijn, via zelfbestuiving of kruisbestuiving. Het zaad is dan in principe erg vruchtbaar.

Zelfbestuiving houdt in dat de plant zichzelf bestuift doordat de plant zowel mannelijk als vrouwelijke delen heeft in een bloem. Door zelfbestuiving krijg je planten die precies dezelfde eigenschappen hebben als de moederplant.

Kruisbestuiving vindt plaats door middel van insecten of door de wind. De wind of de insecten nemen de zaden mee naar een stamper van een bloem. Meestal krijg je hetzelfde soort plant. Maar het kan ook zijn dat je niet hetzelfde soort krijgt.

Bijvoorbeeld als je twee verschillende soorten pompoenen in de buurt van elkaar hebt staan, dan kan je niet met zekerheid zeggen dat uit de zaden van de ene pompoen weer dezelfde pompoenen ontstaan. Zo ook als rode biet en snijbiet te dicht bij elkaar staat, je weet dan niet met zekerheid dat de zaden van de snijbiet ook echt weer snijbietplanten worden.

Waar moet je op letten als je zaden gaat kopen

Waar je tegenaan loopt is het kunnen herkennen wat voor soort zaden je in je handen krijgt.

Er zijn namelijk heel wat soorten zaden.

Je hebt bijvoorbeeld gewone zaden, biologische zaden,  heirloom,  F1-hybride zaden, gecoate zaden, GGO (genetisch gemodificeerde organismen) ofwel (GMO: Genetic Modifide organismn) en dan ook nog zaden die ‘gewoon’ bij iemand uit de tuin komen. En misschien ben ik er wel wat vergeten.

Helemaal niet zo makkelijk om al dat onderscheid te herkennen.

Hier de zaadknoppen van bolpapavers:

zaden

Hoe maak je nu een goede keuze?

Van belang is om te snappen wat er gebeurt met de zaden.

Planten worden al heel lang met elkaar gekruist om ervoor te zorgen dat er nieuwe variëteiten komen, om meer productieve rassen te krijgen, smakelijkere rassen, andere vorm, andere kleur e.d.

Sinds de jaren negentig, heeft de chemische industrie handel gezien in de zadenhandel.

Dit is misschien geen nieuws voor je, want we leven in een maatschappij waar vrijwel alles draait om winst.

Dat betekent dat de zadenindustrie ook danig veranderd is.

Andere prioriteiten zijn gesteld.

Zaden zijn big business

Er wordt door deze bedrijven steeds meer gekweekt op o.a. volgende eigenschappen:

  • planten die er mooi uitzien of waar de vruchten er mooi uitzien.
  • waar men een maximale oogst mee kan bereiken.
  • waar de groente en vruchten zo lang mogelijk houdbaar zijn om goed te kunnen vervoeren.
  • die goed te kweken zijn onder bijv. tl-licht in kassen
  • die gemakkelijk te oogsten zijn
  • en onder moeilijke of slechte weersomstandigheden kunnen groeien.

Dit is een hele andere zienswijze dan wat voor de mensen echt belangrijk is; namelijk goed smakende en vol met goede voedingstoffen zittende vruchten en planten.

Diversiteit verdwijnt

De zadenindustrie wil het liefst zaden die in alle weersomstandigheden goed kunnen groeien.

Zo is het voor hen veel gemakkelijker als er bijvoorbeeld één of slechts een paar soort(en) tomaat zijn die het onder alle omstandigheden goed doet, zodat ze niet heel veel soorten tomatenzaden hoeven te planten en oogsten.

Nu is al duidelijk te zien dat de diversiteit van de verschillende soorten enorm afgenomen is.

En het gevaar daarvan heeft zich in de geschiedenis al laten zien.

De grote hongersnood in Ierland van 1845-1850 was ontstaan omdat het land voornamelijk aardappels verbouwde op het land en dit was slechts één bepaald soort. De aardappels werden getroffen door de aardappelziekte en omdat er geen alternatief was en men de ziekte ook nog niet kende werd het jaar erop weer dezelfde aardappels gepoot met als gevolg weer geen oogst.

Zo kun je ook in de praktijk in de moestuin zien, dat door de weersomstandigheden het ene jaar het ene ras van een bepaalde groente het goed doet en de ander minder en een jaar later kan dat juist weer omgedraaid zijn.

Het is daarom erg belangrijk dat er een grote diversiteit blijft in zaden.

Hier de zaadjes in wording van een preiplant:

zaden

Uitgeputte grond

Dan is er nog een ander belangrijk punt, namelijk de wijze waarop de planten verbouwt worden (en daarvan de zaden worden geoogst).

Door de moderne wijze van groenten verbouwen zijn onze akkers arm geworden aan voedingsstoffen. Dit betekent dat er voedingsstoffen toegevoegd worden om nieuwe planten te laten groeien.

De voedingstoffen die tegenwoordig in het algemeen gebruikt worden zijn chemische voedingsstoffen ofwel kunst(matige)mest.

In plaats van de meer dan twintig voorkomende mineralen die de plant normaal binnenkrijgt bij een vruchtbare grond, is dit bij kunstmest geminimaliseerd tot 3 of hooguit 6 mineralen die ze uit het product ontvangen. De planten en vruchten bevatten dus veel minder mineralen.

Om te voorkomen dat er onkruid groeit tussen de planten wordt er gespoten met onkruidverdelgers en worden ziekten behandeld chemische producten.

Zo hebben de meeste planten en vruchten nog maar weinig voedingsstoffen in zich en dragen ze veel chemische stoffen bij zich. Zo ook de zaden die van deze planten af komen.

Wat voor zaden zijn er allemaal?

Gewone zaden

Gewone zaden die je in zakjes in de winkels kunt kopen. Ik heb het hier niet over zaden die je via particulieren kunt krijgen/kopen.

Op deze zaden staat de Nederlandse en Latijnse naam van de plant, maar verder geen vermeldingen met woorden als biologisch of eco of F1, heirloom.

Bij deze zaden mag je aannemen dat ze via de huidige landbouwmethoden tot stand zijn gekomen. Dat betekent dat de moederplanten met kunstmest opgroeiden en dat de planten verschillende keren behandeld zijn met chemische middelen. En dat de zaden dit ook in zich meedragen.

Biologische zaden

Dit zijn zaden die volgens de richtlijnen van biologisch of zelf biologisch-dynamisch tuinieren tot stand zijn gekomen. De moederplanten zijn niet behandeld met pesticide of kunstmatige (mest)stoffen. Dus de zaden hebben dit ook niet in zich.

Heirloom zaden

Oude historische rassen die door de industrie niet als belangrijk worden gezien, omdat ze bijvoorbeeld niet makkelijk oogstbaar zijn, niet lang houdbaar of alleen in bepaalde streken goed groeien.

Hier heb ik de (zelfgeoogste, biologische) zaden van prei weer ingepland voor nieuwe preitjes dit jaar:

zaden

F1 hybride zaden

Hybride zaden ofwel F1 zaden, zijn zaden afkomstig van een kruising van twee planten met verschillende eigenschappen die men graag heeft (bijv. moederplant geeft heel veel vruchten en vaderplant geeft hele grote vruchten. De nakomelingen bezitten allemaal deze beide eigenschappen, in dit voorbeeld veel en grote vruchten.

De zaden die echter uit deze planten voortkomen zijn niet zaadvast.

Ofwel je weet van tevoren niet welke plant eruit voort komt. Het kan een plant worden met de moeder eigenschappen van de oorspronkelijke plant of de vader eigenschappen of een mengeling.

Om dan weer dezelfde planten te krijgen het volgende jaar moet je dus weer dezelfde zaden gaan inkopen. Daar is de zaden-industrie wel blij mee.

Gecoate zaden

Steeds vaker zie je zaden die uit een zakje komen die behandeld zijn met een coating (een laagje eromheen). Vaak hebben ze hele rare kleuren (rood, blauw, groen).

Dat zijn chemische middelen die als een laagje om het zaad zit. Deze stoffen kunnen bijv. de functie hebben om schimmels te weren, insecten te weren (dan is de kleur van het zaad rood), alsook extra voedingstoffenkomen om plantengroei te stimuleren. Deze stoffen komen in de grond terecht en vervuilen de aarde en vervolgens ook de oppervlakte wateren.

Gelukkig zie je steeds meer moestuinverenigingen die hun leden aangeven dat deze zaden niet welkom zijn.

GMO zaden

Tot slot de GMO zaden (GMO of GGO staat voor genetisch gemodificeerd organisme).

De techniek vandaag de dag laat het namelijk toe om in het DNA van de plant veranderingen aan te brengen.

Wetenschappelijk natuurlijk super. Maar waarom wordt het gedaan en wat is de consequentie?

GMO zaden worden ontwikkeld om te kunnen sturen hoe een bepaald gewas zich gedraagt.

Zo is veel van de maïsoogst in de wereld  genetisch aangepast om de plant resistent te maken tegen een bestrijdingsmiddel dat heet “round-up”.

Dit is een zeer effectieve pesticide die al het andere leven om een maïsplant heen dood maakt en omdat de mais genetisch is aangepast hiertegen bestand is (een oplossing die boeren aangeprezen krijgen, zodat de boer minder hoeft te wieden).

Maar…stel je toch voor dat jij dit maïs eet (waar het round-up gif in zit) of een stukje vlees van dieren die dit maïs hebben gegeten. Wat doet het dan met jou?

Wat doet het met alle beestjes – zoals de bijen die voor bestuiving zorgen – die hiermee in aanraking komen?

Deze GMO-zaden zijn gepatenteerd. Dat betekent dat ze eigendom zijn en blijven van de patenthouder. Een boer mag dan ook niet een deel van zijn zaden voor het komende jaar bewaren om weer in te kunnen zaaien het jaar erop. Ieder jaar moet de boer nieuwe zaden kopen. 

Op de verpakking van zaden behoort vermeld te staan dat het GMO zaden betreft. 

CRISPR zaden

Dan heb je ook nog de CRISPR ofwel CRISPR-Cas zaden. 

Het is eigenlijk net als de GMO zaden, maar een variatie erop. Daar waar bij GMO zaden genetisch materiaal van de ene plant of van een organisme in de ander plant wordt gebracht, wordt er bij CRISPR binnen een plant in het genetisch materiaal geknipt, aangepast of verwijdert. De techniek is steeds verder ontwikkeld hierin. 

Tegenwoordig wordt in de plantveredeling de crispr methode veel toegepast. 

Deze zaden vallen volgens de wet door hun omschrijving net buiten de wet die voor GMO producten geldt. 

Wat kun je nu het beste doen?

Ik hoop dat ik je inmiddels niet helemaal wanhopig heb gemaakt en je zoiets hebt van: “laat die zaden maar zitten”.

Want je kunt wel zeker iets doen.

Het is alleen wel belangrijk om te begrijpen wat er speelt en wat je tegenkomt.

Hier de zaden die ik geoogst heb van de Mariadistel:

zaden

Mijn uitgangspunt is altijd: start met goede zaden.

Dan start je met een goede basis.

Voor mij betekent dit dat ik alleen start met biologische, biodynamische zaden of met zaden die bij iemand uit de (moes)tuin komen, waarvan ik weet dat ze niet met allerlei chemische producten zijn behandeld.

Ja biologische zaden zijn duurder dan de andere die verkrijgbaar zijn.

Persoonlijk vind ik dat niet zo erg, want ik geef liever iets meer uit als ik zeker weet dat het goed is. Maar het is een afweging die je moet maken.

In Nederland zijn ondermeer De Bolster en Vreeken (de eco-zaden van hen) bekende leveranciers van biologische zaden. In Engeland heb je Stormy Hall Seeds en in België bijvoorbeeld Velt.

Maar er zijn ook nog andere alternatieven en slimme manieren te bedenken als je niet zo veel geld wilt uitgeven:

5 Tips hoe je aan goede zaden komt met een beperkt budget:

  1. Er zijn steeds meer lokale en ook grotere zaadbeurzen waar je aan goede zaden kunt komen en je vaak ook kunt ruilen met zaden van jouw eigen planten.
  2. Wat ik zelf heel leuk vind is om een voorraad zaden te oogsten van bijzondere “wilde planten” uit de weide of het bos en deze te ruilen tegen andere zaden die ik graag wil hebben.
  3. Je kunt samen met vrienden goede zaden kopen en ze delen met elkaar. Want vaak heb je maar een klein gedeelte van de zaden die in een zakje zitten nodig.
  4. Ook zijn best veel andere plekken te vinden waar je zaden kunt verzamelen. Denk aan vrienden, buren, maar ook bij een aantal facebookgroepen kun je hiervoor terecht. Wees vooral creatief!
  5. En tot slot, als je begint met planten die een goede basis hebben (goed zaad), ga dan zeker ook zelf aan de slag om zaden te verzamelen aan het eind van het seizoen. Gewoon een deel van de planten laten doorgroeien en uitschieten en het zaad voor het nieuwe jaar ontstaat vanzelf. Heel natuurlijk. En zo heb je meteen ook weer zaden die je kunt ruilen het volgende jaar voor zaden van planten die je graag zou willen hebben.

Terug naar onze basis

Ook al leven we nu in een wat chaotische wereld die gedreven wordt door commerciële agenda’s en wetenschappelijke denkbeelden, ben ik er toch van overtuigd dat het weer allemaal goed komt.

Er is een duidelijke beweging van mensen die het anders wil, die niet meer mee wil doen met de moderne winstgedreven en technologische maatschappij.

Maar het betekent wel dat je als individu uitgedaagd wordt om zelf duidelijk keuzes te maken waar je voor gaat en wat je laat.

Voor mij is de keuze duidelijk: gezondheid voor mijzelf en mijn gezin en terug naar mijn basis: een leven in harmonie met de natuur.

 

dwh_lievegroet

P.S.: Vind je dit een leuk artikel?

Neem dan eens een kijkje bij mijn Online Jaarcursus Natuurlijk Leven, waar ik je door de seizoenen heen laat zien hoe je de natuur heel praktisch in huis kunt halen. Een jaar lang steeds natuurlijker leven.

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Ontvang mijn GRATIS CURSUS
Natuurlijk Leven in eigen hand

Wil je meer lezen over deze gratis cursus, kijk hier.